Lara Popovic bracht een groot deel van haar jeugd afwisselend door bij haar ouders in haar geboorteland Frankrijk en haar opa en oma in haar vaderland Servië. Haar studie bracht Lara onder meer naar Zwitserland en voor de liefde kwam ze in 2004 naar Schiedam-Oost. Ze leerde dus al jong dat ‘thuis’ niet aan één plek gebonden is. Ook van dit land en deze stad is ze gaan houden, hoewel het soms langdurige druilerige weer nog steeds niet went.

'Je vaderland verlaten is ingrijpend. Dat je je na aankomst in een vreemd land aansluit bij landgenoten die je zijn voorgegaan, is bijna vanzelfsprekend. Ze maken je wegwijs en voelen vertrouwd. Maar wil je hier een toekomst opbouwen, zul je je horizon moeten verbreden en je onderdompelen in de Nederlandse cultuur. Ik ben van nature nieuwsgierig en leergierig, en ben in Oost dan ook direct op ontdekkingstocht gegaan. Waar kan ik mensen ontmoeten, waar kunnen mijn kinderen spelen? En hoe kan ik mij met mijn opleiding en werkervaring in de pedagogiek nuttig maken? Stap één was Nederlands leren. Als je gehoord wilt worden en wilt laten zien wie je bent en wat je waard bent, móet je de taal machtig zijn. Vervolgens meldde ik me als vrijwilliger aan bij De Peperklip. Ik werkte hard, haalde extra opleidingscertificaten en zeven jaar later werd ik er coördinator/eerst verantwoordelijk medewerker van het Integraal Kind Centrum (IKC).

Ik maak als professional en als oud-wijkbewoner deel uit van het Oost Pact Door-netwerk Opgroeien in Oost. Tijdens de netwerkbijeenkomsten ontmoet ik andere professionals, maar ook bewoners en vrijwilligers die zich bezighouden met opvoeding en onderwijs. Zo weten we elkaar nog beter te vinden als er iets moet worden georganiseerd en kan ik ouders specifieker doorverwijzen.

Ik werk met veel migrantenkinderen. Die neem ik regelmatig mee op pad in de wijk. Wil ik ze iets leren over gezonde voeding, dan gaan we op excursie naar de groenteboer. Wat de kinderen leren, laten ze vervolgens in een presentatie zien aan hun ouders. Zo blijft de informatie veel beter hangen en leert het hele gezin de wijk kennen.
Wat ik ouders altijd meegeef is: blijf geen buitenstaander. Je kunt prima integreren zonder je eigen achtergrond te verloochenen. Naast de verschillen hebben we allemaal ook zoveel gemeen: we willen allemaal dat onze kinderen gezond en veilig opgroeien. En we hebben allemaal behoefte om ergens bij te horen. Diversiteit is onze realiteit, en openstaan voor elkaar kan je veel moois brengen.

Met wie een duwtje in de rug nodig heeft, maak ik een harde afspraak: in de drie uur waarin jouw kind hier op de VKV-peuterspeelzaal is, ga jij koffiedrinken in het wijkhuis, een taalcursus volgen of meedoen aan een activiteit in de wijk. En als ze eenmaal voor het eerst ergens de drempel over zijn, gaat de rest vaak vanzelf.'