Als Liliane vroeger haar wijkgenoten zwerfafval zag rapen, dacht ze: die zijn écht gek. Je gaat toch niet de rotzooi van een ander opruimen? Tot ze een keer met een van hen in gesprek raakte. ‘Een leuke jonge knul, die met een prikstok langs de Buys Ballotsingel bezig was. Hij zei tegen me: ‘Mevrouw, dit is mijn uitzicht dus ik doe het puur voor mijn eigen woonplezier’. Toen ging er bij mij een knop om. Hij had groot gelijk: je doet het niet voor een ander, je doet het omdat je zélf in een nette straat wilt wonen.’

Sindsdien plandelt Liliane vrijwel dagelijks. Als ze haar hondjes Quira en Zjizji uitlaat, gaat er steevast een lege tas mee. Op dinsdagavond sluit ze aan bij een vaste plandelgroep en met haar directe buren neemt ze regelmatig de Lorentzlaan onder handen. ‘Dan vraagt iemand in de straatapp wie er zin heeft om mee te gaan, en zijn er altijd wel een paar die willen. Het is leuk, gezellig en het voelt zó nuttig om te doen. Ik vond het een tijdje geleden helemaal niet meer leuk in Oost. In mijn eigen huis had ik het naar mijn zin, maar buiten … afschuwelijk! Het leek of niemand zich om de buurt en om elkaar bekommerde. Door het plandelen ontmoet ik steeds meer mensen die dat wél doen. Het is eigenlijk heel simpel: als alle wijkbewoners nou het stukje voor hun eigen huis opgeruimd houden, ligt Oost er weer prachtig bij.’